-
Pijn is de meest geuite klacht, deze ontstaat sluipend en treedt in het begin op bij belasting. Wanneer de artrose voortschrijdt, kan de pijn ook in rust en’s nachts optreden. Artrose in de heup veroorzaakt in het algemeen de meeste pijn, die gevoeld wordt in de lies, in het kruis, in de bilregio of in de knie. Dat laatste wordt “referred pain” genoemd en kan het stellen van de diagnose bemoeilijken.
Pijnklachten treden vaak op in “flares”, vergezeld van toenemende stijfheid, roodheid en zwelling. Dit wordt vooral in de handen en knieën gezien (dit is een ontsteking, een artritis, maar geen RA).
Het is onduidelijk waar de pijnklachten bij artrose door worden veroorzaakt. In kraakbeen zitten geen zenuwen en kan derhalve geen pijnklachten veroorzaken. Pijn kan afkomstig zijn van andere gewrichtsstructuren, bijvoorbeeld van pezen die overbelast zijn, van het onderliggend bot waarin veranderingen optreden, van het beenvlies dat wordt opgelicht door de botuitsteeksels en van de spier bij spierzwakte. Pijn kan ook ontstaan vanuit een slijmbeursontsteking die door overbelasting is ontstaan. Een ontstekingsreactie kan pijn veroorzaken. Psychosociale factoren, zoals stress, angst en depressie kunnen een belangrijke versterkende rol spelen.
Andere klachten zijn:
-
Osteofyten en de afname van het gewrichtskraakbeen veroorzaken mechanische veranderingen van het gewricht, waardoor er bewegingsbeperking ontstaat.
-
Stijfheid, meestal startstijfheid die na enkele minuten verdwenen is.
-
Benige zwellingen (osteofyten) die aan de gewrichtsranden worden gepalpeerd. De bekendste zijn de noduli van Heberden en Bouchard, die aan de eindkootjes van de vingers worden gezien. Vaak gaan de benige zwellingen gepaard met zachte zwellingen. Soms hebben deze laatste het voorkomen van een ontsteking met roodheid en warmte.
-
Kraken (of crepitus) wordt vooral gehoord bij heupartrose en knieschijfartrose en is zeer specifiek. Waarschijnlijk wordt het veroorzaakt door ruwe gewrichtsoppervlakken en de osteofyten.
-
Bij toenemende destructie van de gewrichtsstructuren ontstaan er standsveranderingen (b.v. X of O benen, scheefstand van de vingerkootjes, beenlengteverschil bij heupartrose).