Fysiostherapie

 

Lezing – fysiostherapie – Gerard Limbeek

Gerard Limbeek is fysiotherapeut in Arnhem

  • Een gewricht is, van binnen, bekleed met hard kraakbeen. Dit kraakbeen is hard en glad. Om het gewricht heen zit het kapsel. In de kapselwand zitten receptoren die onze hersenen informeren over b.v. de stand van het gewricht etc. Binnen in het kapsel bevindt zich het gewrichtssmeer. Dit smeer wordt gemaakt door het kapsel en is verantwoordelijk voor de voeding van het kraakbeen.
  • Kraakbeen:
    Er is een continu proces aan de gang waarin oude kraakbeencellen worden afgebroken en nieuwe worden aangemaakt. Als er in dit proces iets fout gaat en de zgn. nieuwe cellen zijn niet van 1eklasse kwaliteit dan blijkt dat deze minder goede cellen minder goed vocht vast houden. De zgn. sponswerking verloopt niet goed. Er komen steeds meer minder goede cellen. Er is dus sprake van een kwalitatieve afname. Bij zgn. slijtage zien we geen kwalitatieve afname, maar slechts alleen een kwantitatieve afname.Kraakbeen zorgt voor:
    1. Een soepel verlopen/glijden van bewegingen, en
    2. Een schokabsorptie.
    prea-disposities:
    trauma, geslacht, ontwikkelingsstoornissen, leeftijd, overgewicht, ras, aanleg/erfelijkheid, operaties, wer
    Kraakbeen:
    geen bloedvaten, geen zenuwverbindingen.
    Pijn ontstaat t.g.v. prikkeling van weefsellagen die onder het kraakbeen liggen, prikkeling van de kapselwand door kapotte kraakbeencellen.
    Secundaire veranderingen:
    atrofie, crepitaties (kraken), osteofyten (botwoekeringen), kapselirritatie, uitstralende pijn, bewegingsbeperkingen, startstijfheid, standsveranderingen van het gewricht, lage belastbaarheid, veranderingen zijn te zien op röntgenfoto!
  • Artrose wordt verdeeld in 4 stadia.
Vragen:
  1. De orthopeed zegt: knieschijven gaan breken, wat bedoeld hij?
    Antw. De achterkant van de knieschijf is ook bekleed met kraakbeen, de kraakbeenlaag is al door en door kapot, dit zie je bij de overgang van stadium 2 naar stadium 3.
  2. Is pijn bij gaan zitten en opstaan een herkenbaar symptoom?
    Antw. Het kan zo zijn, maar het kan ook komen door de techniek van gaan zitten en opstaan.
  3. Is kraakbeen zichtbaar op een röntgenfoto?
    Antw. Nee, formeel niet, wel de versmalling van de kraakbeenrand (gewrichtsspleet wordt kleiner).
  4. Aanvulling: Artrose komt ook veel voor bij mensen die in de oorlog 10 a 20 jaar waren, door slechte voeding. Er is een arts in Utrecht bezig dit te onderzoeken (voor proefschrift).
  5. Heb je met “losse” gewrichtsbanden meer kans op artrose?
    Antw. Ja, onherroepelijk ga je er vaker doorheen, daardoor over-prikkeling en daardoor meer kans op artrose. Het omgekeerde is ook waar, te strakke banden en spieren (sporten) geven ook meer kans, omdat de gewrichtsspleet te strak is en de wrijving daardoor groter.
  6. Hoort moeheid (in de spieren) ook bij artrose?
    Antw. Het is een herkenbaar fenomeen, maar waarschijnlijk niet echt verbonden met artrose. Voortdurende pijn geeft vermoeidheid. Aanvulling: een der aanwezigen krijgt elke 4 weken een injectie met vitamine B12, en dat lijkt te helpen. Er zijn wel veel producten waar vitamine B12 inzit (b.v. biergistpillen), maar wat via de mond wordt ingenomen wordt vaak in de maag afgebroken, de opname is daarom dan veel minder.
  7. Is kraakbeenopbouw mogelijk?
    Antw. In gewrichten geïnjecteerd wil het wel eens helpen om het kraakbeen weer op te bouwen (in stadium 2).
Fysiotherapie
  • symptomatisch: symptoom bestrijding
  • oorzakelijk: proberen de oorzaak weg te nemen
  • massage:   – spieren
    kapsel .> betere doorbloeding > beter gewrichtssmeer > betere voeding van het kraakbeen
Oefenen:
  • 1. Mobiliteit/lenigheid: niet teveel forceren i.v.m. irritatie van het kapsel. Hoge frequentie, lage intensiteit.
  • 2. Spierversterkend: vormen van een natuurlijk korset om het gewricht. Beschermt het gewricht. Functioneel: afstemmen op de bedoeling (dagelijks werk, sport).
  • 3. Stabiliteit/coordinatie: goede afstemming en samenwerking van spieren rond een gewricht zodat stevigheid wordt opgebouwd.
  • 4.Ontspanningsoefeningen/ademhalingsoefeningen.
Fysiotechniek:
  • veel gebruikt: paraffine (warmte) en UKG (elektromagnetische golven die kraakbeenaanmaak stimuleren, hydrotherapie (water): temperatuur, weinig belastend. Elektrotherapie/TENS: middels elektrische pulsjes pijnstilling realiseren. (TENS wordt vergoed door ziekenfonds).
    Nieuwe richtlijnen en protocollen m.b.t. behandelingen doen hun intrede (= proberen de beste therapie te vinden).
Codering:
  • Chronische klachten: klachten die voorkomen op de zgn. lijst Borst. Vaak zijn er nog beperkingen van toepassing. Zoals: 1. Diagnose moet gesteld zijn door medisch specialist. 2. Alleen sprake van chronisch na ziekenhuis opname. 3 beperking in tijd, b.v. 3 mnd, 6 mnd. Iedereen heeft recht op 9 behandelingen uit “basisverzekering”. Evt. vervolgbehandelingen afhankelijk van verzekeringsvoorwaarden (polis) en slechts na verwijzing van een arts.
Vragen:
  1. Als ik liggend mijn knieën van links naar rechts beweeg (tijdens de therapie) heb ik de volgende dag veel pijn in mijn onderrug, wat doe ik daaraan?
    Antw.: Het is vaak niet in te  schatten hoe iemand op een bepaalde beweging/behandeling reageert. Je moet dus als behandelaar altijd heel voorzichtig zijn, vooral bij nieuwe patiënten.
  2. De TENS mag niet aan in de auto, waarom niet?
    Antw.: Als chauffeur zou je erdoor afgeleid kunnen worden.
  3. Moet een heuptractie in de lengte of aan bovenbeen met opgetrokken knie?
    Antw.: het 2e is beter, want dan verschuif je het gewricht niet, maar ga je met de gewrichtsrichting mee (door de anatomische bouw van de heup)
  4. Hoe vaak mag tractie toegepast worden?
    Antw.: dat is helemaal afhankelijk van hoe de patiënt reageert op de tractie.
  5. Kan pijn in de bil en lies ook uit het SI-gewricht komen?
    Antw.: ja, dat kan. Het is echter bij pijn in bekken/lies/bil vaak moeilijk om uit te zoeken waar de oorzaak ligt.
  6. Reactie hierop: Ik had vaak last van pijn in de onderrug en er werd gezegd dat het het SI-gewricht was, maar nu blijkt het L5-S1 te zijn en dat is alleen bij rontgenonderzoek vast te stellen. Het is vaak heel moeilijk om te onderscheiden.
  7. Weet elke fysiotherapeut genoeg van Poly-artrose?
    Antw.: Nee, eigenlijk niet. Probeer het uit te zoeken van lotgenoten of via de reumaconsulent e.d. Voor vragen over specialismen binnen de fysiotherapie kan je ook terecht bij:
    Nederlands paramedisch instituut NPI,
    Antwoordnummer 5019,
    3800 VB Amersfoort,
    tel: 033-4216100, fax: 033-4216190,
    e-mail: ksed.ipn.[antispam].@planet.nl
  8. Hoe denkt u over slenderen?
    Antw.: Geen ervaring mee. Het is onbelast bewegen en kan in periodes van pijn lekker zijn, maar het kan ook tot overbelasting leiden.
  9. Waar kan een TENS-apparaat worden aangevraagd?
    Antw.: Op verwijzing van de arts bij de verzekering. Of je het krijgt hangt ook van de verzekering af.
Slotopmerkingen: Oefenen maakt de spieren sterker, door de spieren niet te gebruiken kan je atrofie krijgen. Om de spieren te versterken een paar keer per dag in een korte sessie oefenen (10 tot 15 keer). Medisch fitness kan ook goed helpen, als de begeleiding in de loop van de tijd maar goed blijft en niet “verzand” in zelf oefenen zonder echte begeleiding.